Rechercher dans Standen & Landen

29 September 2021

VACATURE: Universitair docent rechtsgeschiedenis (Universiteit Leiden) (DEADLINE: 12 oktober 2021)

Bij de afdeling Rechtsgeschiedenis van het Instituut voor Metajuridica van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden is een vacature voor een

Docent Geschiedenis van het Privaatrecht (1,0 fte)

EN/OF

Universitair docent Geschiedenis van het Privaatrecht (0,8 fte) en Civiel recht (0,2 fte)
Vacaturenummer
 21-493 9765 

Als (universitair) docent Geschiedenis van het Privaatrecht heeft u een brede belangstelling voor de historische ontwikkeling van het geldende privaatrecht. U coördineert en verzorgt het rechtshistorisch onderwijs op bachelor- en/of masterniveau. Daarnaast treedt u op als begeleider van bachelorscripties. De functie van universitair docent kan worden uitgebreid met een gedeeltelijke aanstelling bij de afdeling Civiel recht, waar u onderwijs verzorgt op het gebied van het moderne vermogensrecht en/of procesrecht.

 (Bron/source: Universiteit Leiden)

Werkzaamheden

Onderwijs

  • Het verzorgen van onderwijs aan bachelorstudenten op het gebied van het Romeinse vermogensrecht (ba-1) en de vergelijkende geschiedenis van het goederenrecht en/of kooprecht (ba-2 en ba-3);
  • Het onderhouden, coördineren en ontwikkelen van bestaande en nieuwe vakken;
  • Het begeleiden van bachelorscripties;
  • Het verzorgen van onderwijs op het gebied van het geldende vermogensrecht en/of procesrecht en het begeleiden van masterscripties, indien de functie wordt gecombineerd met een gedeeltelijke aanstelling bij de afdeling Civiel recht.

Onderzoek en bestuur (voor de functie van Universitair Docent 2)

  • Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het publiceren van artikelen in nationale en internationale vaktijdschriften;
  • Het ontwikkelen van en samenwerken in academische en professionele netwerken;
  • Het leveren van een bijdrage in de verwerving van externe financiering;
  • Het ontwikkelen van een eigen onderzoekslijn, bij voorkeur in aansluiting op de bestaande interesses binnen de afdeling Rechtsgeschiedenis;
  • Het deelnemen aan een onderzoeksprogramma binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en het voldoen aan de geldende onderzoekskwalificaties binnen een jaar na promotie;
  • Het leveren van een bijdrage in bestuurswerkzaamheden binnen de afdeling en faculteit.

Profiel

De afdeling zoekt een goed gemotiveerde en proactieve kandidaat die zowel individueel als deel uitmakend van een team goed kan functioneren.

  • U heeft een academische Masteropleiding afgerond in een relevant juridisch vakgebied;
  • U beschikt over ervaring in en affiniteit met het verzorgen van bachelor- en/of masteronderwijs, en uw didactische kwaliteiten blijken uit onderwijsevaluaties;
  • U heeft een brede algemene kennis van het privaatrecht en de rechtsgeschiedenis. Een achtergrond in de rechtsvergelijking strekt tot aanbeveling;
  • U beschikt over een uitstekende beheersing van de Nederlandse taal en een goede kennis van de Engelse taal in woord en geschrift;
  • U bent in het bezit van het certificaat Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) of bent bereid dit binnen twee jaar te behalen.

Voor de functie van Universitair Docent geldt aanvullend:

  • U bent gepromoveerd op een onderwerp van rechtsgeschiedenis of privaatrecht;
  • U beschikt over 6 of meer toe te rekenen jaren aan relevante werkervaring;
  • Uw passie voor onderzoek blijkt uit de kwaliteit van uw publicaties.

De faculteit

De Faculteit der Rechtsgeleerdheid is met ruim 5.000 studenten en 450 medewerkers een van de grootste faculteiten van Nederland. In alle verscheidenheid wordt zij toch gekenmerkt door kleinschaligheid. De faculteit richt zich op veelzijdig onderwijs en onderzoek van hoog niveau, nationaal én internationaal. Het stimuleren van talent staat hoog in het vaandel. De faculteit is ondergebracht in het prachtig gerestaureerde Kamerlingh Onnes Gebouw in het centrum van Leiden. Werken voor de Faculteit der Rechtsgeleerdheid betekent werken in een inspirerende wetenschappelijke omgeving. Zie voor meer informatie de website.

De afdeling

De afdeling Rechtsgeschiedenis is een kleine, hechte afdeling met een sterk wij-gevoel. De medewerkers zijn jong en dynamisch en hebben een nationaal en internationaal profiel. De afdeling verzorgt vooral Nederlandstalig onderwijs in de bacheloropleidingen Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht, met een groot verplicht vak Romeins recht in het eerste jaar (semester 2, blok 4). Daarnaast is er een ruim aanbod aan deels ook Engelstalige keuzevakken en honours classes. Het onderzoek van de afdeling richt zich vooral op het klassieke Romeinse recht en op de doorwerking daarvan in Nederland in de zeventiende tot en met negentiende eeuw. Aan de afdeling is een bloeiende studievereniging verbonden.


Wij bieden
Aanstelling vindt plaats conform de CAO Nederlandse Universiteiten, in eerste instantie voor de duur van een jaar. Voor de functie als Universitair Docent behoort een aanstelling voor onbepaalde tijd nadien tot de mogelijkheden, afhankelijk van behoefte, gebleken geschiktheid en beschikbare middelen. Het salaris voor de functie van Docent 4/3 of Universitair Docent 2 bedraagt, afhankelijk van opleiding en werkervaring, minimaal €2.836,- en maximaal €5.211,- bruto per maand bij een fulltime aanstelling (salarisschaal 10 of 11).

Daarnaast kent de Universiteit Leiden goede arbeidsvoorwaarden. Zo is er sprake van een eindejaarsuitkering (8,3%), vakantietoeslag (8%), uitstekende opleidingsfaciliteiten, betaald ouderschapsverlof, sabbatical leave en de mogelijkheid om via een keuzemodel arbeidsvoorwaarden op maat te kiezen. Alle informatie hierover kunt u nalezen op
 de website. 

De Universiteit Leiden hecht veel waarde aan de kwaliteit van haar onderwijs en stelt als eis aan het wetenschappelijk personeel met een onderwijstaak, dat hij/zij in het bezit is van het Basis Kwalificatie Onderwijs certificaat (BKO) of bereid is dit binnen twee jaar te behalen.

Diversiteit
De
 Universiteit Leiden hecht groot belang aan diversiteit en verwelkomt daarom graag sollicitaties van mensen die nu in haar instelling ondervertegenwoordigd zijn.

Informatie
Nadere informatie over de vacature kunt u verkrijgen bij prof. mr. E. Koops, voorzitter van de afdeling Rechtsgeschiedenis (e.koops@law.leidenuniv.nl).

Meer informatie over het instituut voor Metajuridica en de afdeling Rechtsgeschiedenis vindt u via de website.  Meer informatie over de afdeling Civiel recht vindt u hier.

Solliciteren

U kunt uitsluitend online solliciteren via de button ‘Solliciteren’ in ons sollicitatiesysteem. De volgende documenten dient u bij te voegen:

• Een motivatiebrief (maximaal 1 pagina) met een beschrijving hoe uw vaardigheden en ervaring aansluiten op de vacature;

• Uw curriculum vitae;

• Kopieën van uw academische diploma’s;

Aanvullend voor de functie van Universitair Docent:

• Uw proefschrift en/of voorbeelden van gepubliceerde artikelen;

• Namen en contactgegevens (e-mailadres) van drie academische referenten die u en uw werk goed kennen, inclusief de dagelijks begeleider van uw proefschrift.

Sollicitaties kunnen tot en met 12 oktober 2021 worden gericht aan prof. mr. E. Koops. Geselecteerde kandidaten worden uitgenodigd voor een interview dat zal plaatsvinden in de week van 18 oktober.

-----------------------------

Meer info/davantage d'informations: hier/ici.

28 September 2021

PRIJSUITREIKING/REMISE DE PRIX: Sartonmedaille 2021 aan prof. dr. Jean-François Gerkens (Gent: UGent, 21 OKT 2021)

Op 21 oktober zal prof. dr. Jean-François Gerkens de Sartonmedaille 2021 ontvangen aan de UGent. Het programma van de ceremonie vindt u hieronder terug. Meer uitleg over de aard van de Sartonmedaille, gerelateerd aan de geschiedenis van de wetenschappen, vindt u hier terug. 

 (Bron/source: UGent)

Le 21 octobre, le professeur Jean-François Gerkens recevra la médaille Sarton 2021 à l'UGent. Le programme de la cérémonie peut être consulté ci-dessous. De plus amples informations sur la nature de la médaille Sarton, en rapport avec l'histoire des sciences, peuvent être trouvées ici

-------------------------------------

Programme


- Welcome by the dean, Prof. Dr. Michel Tison.


- Laudatio of Prof. Dr. Jean-François Gerkens by Prof. Dr. Sebastiaan Vandenbogaerde.


- Sarton lecture by Prof. Dr. Jean-François Gerkens:
' Acquiring by Occupatio. The Graham Island Case'


- Handing over of the Sarton Medal by Prof. Dr. Robert Rubens.


- Drink offered by the Faculty of Law and Criminology.

 

-------------------------------------

Routebeschrijving/Description de l'itinéraire: https://soleway.ugent.be/routes/2804.

Contact: Karin.Pensaert@UGent.be

Inschrijving/Inschription: https://webappsx.ugent.be/eventManager/events/sartonprofgerkens

24 September 2021

DOCTORAATSVERDEDIGING/SOUTENANCE DE THÈSE: Katrin VANHEULE, Over verraad en bespieding. De strafrechtelijke repressie van spionage voor de Duitse bezetter in België tijdens de Eerste Wereldoorlog (Leuven: KULeuven, verdedigd op/défendu le 8 SEPT 2021)

Op 8 september heeft dr. Katrin Vanheule haar doctoraatsverhandeling aan de KULeuven verdedigd. Haar onderwerp kan ongetwijfeld de volgers van Standen & Landen interesseren. Hieronder vindt u een samenvatting van haar onderzoek, evenals een verwijzing naar de volledige tekst. 


(Bron/Source: KULeuven)

Le 8 septembre, le Dr Katrin Vanheule a soutenu sa thèse de doctorat à la KULeuven. Son sujet intéressera sans aucun doute les adeptes de Standen & Landen. Vous trouverez ci-dessous un résumé de ses recherches, ainsi qu'une référence au texte intégral.

------------------------------------------

Samenvatting van het onderzoek / Summary of Research

Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog had België geen ervaring bij de berechting van spionage. Het neutrale statuut van het land, evenals een kaduke wetgeving hadden ervoor gezorgd dat spionnen vrij spel hadden. Hieraan kwam abrupt een einde met de Duitse inval. De jacht op spionnen werd op grote schaal ingezet.

Duizenden klachten en aangiften inzake spionage kwamen tijdens de eerste oorlogsweken bij het Belgische gerecht toe. Het leidde tot massale aanhoudingen en arrestaties. Bij de vervolging van de spionageverdachten werd niet steeds de letter van de wet nageleefd. Ook in de fase van de berechting verliep niet alles volgens het boekje. Er was sprake van een ‘dictatuur’ van de militaire overheid. Zo kwam de bevelvoerende generaal in sommige zaken rechtstreeks tussen door de rol van voorzitter van de krijgsraad op zich te nemen of door zelf de leden van de krijgsraad te benoemen. Van een onafhankelijke rechterlijke macht was er geen sprake. Ook de rechten van de verdediging stonden sterk onder druk. De verdachten werden tijdens het proces niet altijd gehoord, kregen niet steeds bijstand van een raadsman en het vermoeden van onschuld, volgens hetwelk de beklaagde in geval van twijfel vrijuit ging, werd vaak niet toegepast. Ten slotte hadden de rechters vaak onvoldoende kennis van het recht, wat leidde tot toepassing van foutieve wetgeving. Verschillende spionnen werden in 1914 op basis van niet toepasselijke wetgeving geëxecuteerd. In de loop van 1915 veranderde de situatie. De magistratuur verwierf meer expertise en herwon geleidelijk aan haar onafhankelijkheid. Hoewel er in deze periode meer aandacht kwam voor de rechten van de verdediging bleven de militaire belangen primeren op de algemene rechtsbeginselen. De verdediging van het grondgebied tegen de vijand bleef uiteindelijk topprioriteit.

Na de wapenstilstand kwamen er opnieuw duizenden klachten en aangiften inzake spionage toe bij de parketten. Net zoals tijdens de eerste weken van de oorlog waren arbitraire aanhoudingen schering en inslag, werden procedurele regels met de regelmaat van de klok overtreden en werden de rechten van de verdediging niet altijd gerespecteerd. Het is pas vanaf februari 1919 dat de eerste spionnen voor het gerecht moesten verschijnen. Over het algemeen gaven de rechters in hun uitspraken blijk van voldoende kennis van het recht en een juiste rechtstoepassing. Enkel tijdens de eerste maanden van 1919 werd de strafwet in een aantal zaken retroactief toegepast. Deze vonnissen werden consequent door het Krijgshof hervormd. Het respect voor de rechten van de verdediging bleef ook in de naoorlogse periode een pijnpunt. Vaak voorkomende inbreuken waren het vermoeden van schuld in plaats van onschuld en de partijdigheid van de rechter.

De spionagefeiten die het gerecht vervolgde en berechtte waren divers van aard. Tijdens de oorlog lag de focus hoofdzakelijk op spionage, met name het verwerven van informatie over de tegenstander. Hierbij kan gedacht worden aan het verzamelen van informatie over de Belgische troepen, het maken van foto’s van militaire plaatsen, gebouwen of documenten, het rondhangen in de buurt van militaire plaatsen, het bezit van niet aangegeven duiven en het gebruik van optische signalen zoals verlichting, vlaggen, molens of een troep schapen. In de naoorlogse periode verschoof de focus naar de vervolging en berechting van contraspionage, dit is het beschermen van de eigen inlichtingendienst door zich te informeren over de organisatie en de methodes van de tegenstander. Diegenen die aan de Duitsers inlichtingen hadden verschaft over geallieerde inlichtingendiensten, over netwerken die jongeren hielpen om de Belgische grens over te steken of over organisaties die zich bezig hielden met de publicatie en verspreiding van verzetskranten evenals diegenen die lid waren geweest van de Duitse geheime politie of zich schuldig hadden gemaakt aan moutonnage moesten zich voor het Belgische gerecht komen verantwoorden.

Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog had België geen ervaring bij de berechting van spionage. Het neutrale statuut van het land, evenals een kaduke wetgeving hadden ervoor gezorgd dat spionnen vrij spel hadden. Hieraan kwam abrupt een einde met de Duitse inval. De jacht op spionnen werd op grote schaal ingezet.

Duizenden klachten en aangiften inzake spionage kwamen tijdens de eerste oorlogsweken bij het Belgische gerecht toe. Het leidde tot massale aanhoudingen en arrestaties. Bij de vervolging van de spionageverdachten werd niet steeds de letter van de wet nageleefd. Ook in de fase van de berechting verliep niet alles volgens het boekje. Er was sprake van een ‘dictatuur’ van de militaire overheid. Zo kwam de bevelvoerende generaal in sommige zaken rechtstreeks tussen door de rol van voorzitter van de krijgsraad op zich te nemen of door zelf de leden van de krijgsraad te benoemen. Van een onafhankelijke rechterlijke macht was er geen sprake. Ook de rechten van de verdediging stonden sterk onder druk. De verdachten werden tijdens het proces niet altijd gehoord, kregen niet steeds bijstand van een raadsman en het vermoeden van onschuld, volgens hetwelk de beklaagde in geval van twijfel vrijuit ging, werd vaak niet toegepast. Ten slotte hadden de rechters vaak onvoldoende kennis van het recht, wat leidde tot toepassing van foutieve wetgeving. Verschillende spionnen werden in 1914 op basis van niet toepasselijke wetgeving geëxecuteerd. In de loop van 1915 veranderde de situatie. De magistratuur verwierf meer expertise en herwon geleidelijk aan haar onafhankelijkheid. Hoewel er in deze periode meer aandacht kwam voor de rechten van de verdediging bleven de militaire belangen primeren op de algemene rechtsbeginselen. De verdediging van het grondgebied tegen de vijand bleef uiteindelijk topprioriteit.

Na de wapenstilstand kwamen er opnieuw duizenden klachten en aangiften inzake spionage toe bij de parketten. Net zoals tijdens de eerste weken van de oorlog waren arbitraire aanhoudingen schering en inslag, werden procedurele regels met de regelmaat van de klok overtreden en werden de rechten van de verdediging niet altijd gerespecteerd. Het is pas vanaf februari 1919 dat de eerste spionnen voor het gerecht moesten verschijnen. Over het algemeen gaven de rechters in hun uitspraken blijk van voldoende kennis van het recht en een juiste rechtstoepassing. Enkel tijdens de eerste maanden van 1919 werd de strafwet in een aantal zaken retroactief toegepast. Deze vonnissen werden consequent door het Krijgshof hervormd. Het respect voor de rechten van de verdediging bleef ook in de naoorlogse periode een pijnpunt. Vaak voorkomende inbreuken waren het vermoeden van schuld in plaats van onschuld en de partijdigheid van de rechter.

De spionagefeiten die het gerecht vervolgde en berechtte waren divers van aard. Tijdens de oorlog lag de focus hoofdzakelijk op spionage, met name het verwerven van informatie over de tegenstander. Hierbij kan gedacht worden aan het verzamelen van informatie over de Belgische troepen, het maken van foto’s van militaire plaatsen, gebouwen of documenten, het rondhangen in de buurt van militaire plaatsen, het bezit van niet aangegeven duiven en het gebruik van optische signalen zoals verlichting, vlaggen, molens of een troep schapen. In de naoorlogse periode verschoof de focus naar de vervolging en berechting van contraspionage, dit is het beschermen van de eigen inlichtingendienst door zich te informeren over de organisatie en de methodes van de tegenstander. Diegenen die aan de Duitsers inlichtingen hadden verschaft over geallieerde inlichtingendiensten, over netwerken die jongeren hielpen om de Belgische grens over te steken of over organisaties die zich bezig hielden met de publicatie en verspreiding van verzetskranten evenals diegenen die lid waren geweest van de Duitse geheime politie of zich schuldig hadden gemaakt aan moutonnage moesten zich voor het Belgische gerecht komen verantwoorden.

Volledige tekst van het doctoraat / full text

 https://lirias.kuleuven.be/handle/123456789/678999

------------------------------------------

Meer info/davantage d'informations: hier/ici.

21 September 2021

WEBINAR/WEBINAIRE: Digital Heritage Seminar: Challenges and Opportunities of Working with Epistolary Data Collections (KBR: 4 OKT/OCT 2021)

Historical Network Series Fall 2021

KBR nodigt u uit voor een wetenschappelijke serie over digitaal cultureel erfgoed: het KBR-ULB-UGent Digital Heritage Seminar: Historical Network Series Fall 2021.

In deze derde reeks, van oktober tot december 2021, zullen we virtueel drie academische wetenschappers ontvangen die hun onderzoek over historische netwerkanalyse en cultureel erfgoed voorstellen.

(Bron/source: KBR)

Netwerkonderzoek dient om ons begrip van het menselijk verleden te vergroten door de sociale, politieke of culturele netwerken te herleiden uit historisch materiaal. We laten in deze serie zien hoe deze bevindingen en benaderingen van netwerken, door middel van een verscheidenheid aan onderwerpen, perioden en methoden, ons unieke inzichten geven in het verleden en de materialen die we in ons werk gebruiken.

De lezingen zijn in het Engels, met vragen in het Frans, Nederlands of Engels. De doelgroep zijn wetenschappers, maar iedereen is van harte welkom.

Deze reeks wordt mee georganiseerd door het Digital Research Lab van KBR, in samenwerking met de Université libre de Bruxelles, de Vrije Universiteit Brussel, en de Universiteit Gent.

Programma

Tijdschema

04 oktober 2021
13:00 - 14:30

-----------------------------------------------------

Historical Network Series Fall 2021

KBR vous invite à participer à une nouvelle série de séminaires dédiés au patrimoine culturel numérique : le KBR-ULB-UGent Digital Heritage Seminar: Historical Network Series Fall 2021.

Lors de cette troisième série qui se déroulera de septembre à décembre 2021, nous accueillerons virtuellement trois chercheurs. Ils présenteront leurs travaux, qui allient l’analyse des réseaux historiques & les collections patrimoniales. Ce pan de la recherche en Humanités Numériques fait progresser notre compréhension du passé en reconstruisant les réseaux sociaux, politiques, économiques ou culturels à partir de matériaux historiques. Nous aurons l’occasion, au cours de cette série d’exposés, de voir à travers une variété de sujets, de périodes et de méthodes comment ces découvertes nous donnent un aperçu unique du passé et des matériaux que nous utilisons dans notre travail.

Les séances de questions-réponses se dérouleront en anglais, en français, ou en néerlandais. Le public cible est principalement constitué de chercheurs, mais le grand public est chaleureusement invité à participer aux séminaires.

Cette série de séminaires est co-organisée par le Digital Research Lab de KBR, en coopération avec l’Université libre de Bruxelles, la Vrije Universiteit Brussel et l’Université de Gand.

Programme

Horaires

04 octobre 2021
13:00 - 14:30

-----------------------------------------------------

From library catalogue to historical network: the challenges and opportunities of working with epistolary data collections.

A high degree of collaboration is a central feature of academic research, with scientists and scholars often sharing knowledge with colleagues all over the world to improve the quality and impact of their research. The idea that connectivity is key for innovation has a long history, with one of the best examples being the so-called “Republic of Letters”. This “republic” was the network of the scholarly and scientific community of the sixteenth, seventeenth and eighteenth centuries. In this period, educated men (and some women) with distinct political, religious and social interests corresponded extensively with each other by letter to discuss the latest news in the scholarly world, based on its ideals of sharing knowledge, mutual support and tolerance.

The SKILLNET project of Utrecht University uses these letters to trace scholarly networks over time to understand the social context in which this idea of sharing knowledge occurred. Fortunately, many libraries, archives and research institutions across Europe have digitized their epistolary collections and catalogues, creating online repositories of early modern correspondence. These epistolary databases often offer standard content-related metadata such as the sender and recipient as well as the places and dates of sending and receipt. Based on these metadata, it is possible to apply the methods of network analysis to learn how early modern scholars communicated with each other. For example, we can start to map the nodes and edges of the Republic of Letters and calculate the grades of separation and centrality of hubs and brokers in the graph. The measure of betweenness centrality, for instance, is a valuable measure for highlighting scholars who act as bridges, crossing ‘structural holes’ in a network. Having connections across structural holes allows scholars to have early access to innovative information which gives them a competitive advantage in seeing and developing good ideas.

However, before researchers can undertake meaningful computational analysis, a great deal of data preparation is required. By combining the metadata of a wide range of historical correspondence, numerous challenges arise with regard to their accessibility, preparation and harmonization. In this seminar, we will give an insight into these challenges and share some solutions to overcome them, which we hope can be used by librarians and archivists who want to help improve the interoperability of these metadata to make it useful for researchers. To this end, we will focus on the Catalogus Epistularum Neerlandicarum (CEN), a Dutch national database that was established as a collaborative initiative to pull together library holdings of letter collections in the Netherlands. At present, the collection consists of 584.723 metadata of single letters and accumulated bilateral epistolary exchanges from 1303 to 2020, held at several Dutch institutions, among which are the National Library of the Netherlands and the university libraries of Leiden, Utrecht and Amsterdam. In addition, we will take a look at the challenges and opportunities of our crowdsourcing platform called CEMROL (Collecting Epistolary Metadata of the Republic of Letters), which aims to harvest metadata on early modern letters from digitized editions of correspondence benefitting from the online contributions of generous volunteers.

-----------------------------------------------------  

Duur: 1,5 uur

Inschrijvingen

Registratie is verplicht. De ochtend van het evenement ontvangt u de link naar de virtuele seminars en de etiquette die moet worden gevolgd.

-----------------------------------------------------  

Durée : 1h30

Inscriptions

L’inscription est gratuite mais obligatoire. Le matin du jour de l’évènement, vous recevrez un lien vers la vidéoconférence.

-----------------------------------------------------  

Meer info/davantage d'informations: hier/ici.

20 September 2021

OUVRAGE/BOEK: Guy COPPIETERS, De Belgische Kolenslag (1944-1951): het mirakel dat er geen was [Studies in Belgian History vol. 10, publicatienummer 6191] (Brussel: Algemeen Rijksarchief, 2021), ISBN 9789463911849 €29,95

Begin 1945 staat het land aan de rand van de afgrond. De euforie van de bevrijding is volledig verdwenen. Angst en chaos regeren het land. De steenkoolsector verkeert in een ongeziene crisis. De energiebevoorrading dreigt volledig stil te vallen. Gezinnen kunnen zich nog amper verwarmen en de economische wederopbouw sputtert.

(Bron/source: Algemeen Rijksarchief)

De nieuwe premier Achille Van Acker werpt zich op als redder van het vaderland. Hij komt met een groots nationaal relanceplan: de Kolenslag. Ondanks een veelbelovende start mislukt hij in zijn opzet. Hij wint de Kolenslag immers niet.

Wie mag zich dan wel tot overwinnaar kronen? De mijnbazen die zich verenigd hebben in het discrete FEDECHAR, de machtigste patroonsorganisatie die België ooit gekend heeft, herstellen snel hun vooroorlogse machtspositie via de strategie van zelfregulering. Ze slagen erin de invloed van de staat te beperken. De vakbonden van de mijnwerkers vormen geen partij. In plaats van modernisering haalt restauratie het in de bedrijfsvoering van de mijnen.

De politieke wereld is hopeloos verdeeld over dit energiedossier en staat meestal machteloos. Structuurhervormingen blijven uit. De redding van het mijnbedrijf bestaat uit rijkelijke subsidies, een hoge steenkoolprijs en vooral duizenden goedkope arbeidskrachten. Deze mijnwerkers, die de eigenlijke “slag” moeten leveren, betalen het gelag. Het gaat dan om Duitse krijgsgevangenen, om Italianen en om zogenaamde Displaced Persons. En uiteraard ook om Belgische mijnwerkers. Zij worden tijdens de Kolenslag opgehemeld als ‘ereburgers’, maar blijken eerder als tweederangsburgers door het leven te gaan.

Het boek

Deze tiende uitgave in onze reeks Studies in Belgian History is een herwerking van het doctoraat dat Guy Coppieters, als archivaris verbonden aan het Algemeen Rijksarchief, in 2017 succesvol verdedigde aan de VUB.

COPPIETERS Guy, De Belgische Kolenslag, 1944-1951. Het mirakel dat er geen was, reeks Studies in Belgian History vol. 10, publicatienummer 6191, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 2021, € 29,95 (+ eventuele verzendingskosten).

Het boek is vanaf juli 2021 te koop in de archiefwinkel van het Algemeen Rijksarchief of kan besteld worden via publicat@arch.be of Bol.com.

------------------------------------------

Bron/source: Algemeen Rijksarchief

UITGESTELD/REPORTÉE: Deadline inschrijvingen/date limite des inscriptions 23ste Belgisch-Nederlandse Rechtshistorische Dagen ROTTERDAM (2021)

De deadline voor de inschrijvingen voor het 23ste Belgisch-Nederlandse Rechtshistorische Colloquium is uitgesteld naar 15 oktober 2021. Het congres zelf vindt nog altijd plaats op 16 en 17 december 2021 in Rotterdam. Jonge onderzoekers in het bijzonder worden aangemoedigd om deel te nemen met een presentatie van hun onderzoek. 

Geïnteresseerden kunnen zich wenden tot professor Tammo Wallinga: wallinga@law.eur.nl


La date limite d'inscription au 23e colloque belgo-néerlandais d'histoire du droit a été reportée au 15 octobre 2021. La conférence elle-même aura toujours lieu les 16 et 17 décembre 2021 à Rotterdam. Les jeunes chercheurs, en particulier, sont encouragés à participer en présentant leurs travaux de recherche. 

Les personnes intéressées doivent contacter le professeur Tammo Wallinga : wallinga@law.eur.nl.

-------------------------

Zie ook eerdere berichten op deze blog/voir aussi les articles précédents sur ce blog.